Park is een van de twee olympische disciplines en vormt in wezen de moderne versie van het oude bekende halfpipe skateboarden of vert skateboarden. In tegenstelling tot de oude heen-en-weer vorm van de halfpipe bestaat het park parcours uit een enorme betonnen kuip -ook wel ‘bowl’ genoemd- met verschillende ronde hoeken en hoge skate obstakels. Het oogt als een enorm leeg zwembad en het vormt het ideale terrein voor vert skateboarders, die van het betere vliegwerk houden. Park skateboarden ziet er zeer spectaculair uit, waarbij skaters met zeer hoge snelheid langs de randen van de baan ‘sliden’ en ‘grinden’. De ronde hoeken en zijkanten van de baan worden gebruikt om veel snelheid op te bouwen voor enorm hoge sprongen ver boven de baan uit.
Wedstrijd format
Een Park wedstrijd bestaat uit drie ‘runs’ van 45 seconden: elke skateboarder krijgt drie keer 45 seconden de tijd om zijn beste trucen te laten zien op het parcours. Omdat je maar 45 seconden hebt, is het heel belangrijk dat je niet valt in die enorme baan. Daarnaast waardeert de vijfkoppige jury een ‘clean run’ zonder valpartijen altijd beter. Elke run krijgt een score tussen de 0 en 100 punten. De best scorende run van de drie runs vormt de eindscore voor de betreffende skater. De skater met de hoogst scorende run in de finale wint de wedstrijd.